maandag 27 februari 2012


Dit tekende ik.

Ze zitten aan een tafeltje. De herfst waait beteuterd tegen de deur, maar mag niet naar binnen. Buiten fietsen moeders en kinderen met rode laarsjes. Binnen is er koffie en thee in gekke mokken, liggen er servetjes en naast hun tafeltje praten meneer en mevrouw over iets heel gewoons. Aan hun eigen tafeltje is het stil. Hij kijkt naar haar en naar de kopjes, zij kijkt naar haar tekening.
De koffie wordt koud, maar het koekje was toch al op. Het was echt zo'n dag om te herinneren, en waarvan je toen dacht dat het niet zo belangrijk was. 


zaterdag 25 februari 2012

You quiver like a candle on fire, I'm putting you out


Dit luisterde ik.

Ze zit in de trein. Hij ook, hij zit naast haar. Als ze naast elkaar zitten, is het moeilijk om echt naast elkaar te zitten. Daarom is zij over hem heen gemetseld, als plaveiselepitheel. Zijn jas kriebelt tegen haar wang, en haar buik kriebelt tegen haar huid.
De hele trein is een spiegel, en iedereen ziet alles. Wanneer je goed oplet, zie je zelfs dat zijn vingers tegen haar knie aankruipen. Dat soort dingen zijn altijd heel erg nonchalant, zo nonchalant, dat het eigenlijk niet zo is.
"Ik val zo in slaap," mompelt ze tegen zijn schouder.
"Dat geeft niet. We worden wel weer wakker."
Eigenlijk zou ze willen dat de treinreis oneindig was.

woensdag 22 februari 2012


Dit tekende ik.

Ze weet dat het hart asymmetrisch in de thoracische holte ligt. Iets met v. cava inferior en superior, met de aorta descendens, en nog veel meer dingen.
Maar toch denkt ze dat wetenschappers het helemaal verkeerd hebben. Het hart ligt in je voet, tussen dat vreemde laagje eelt en het bloederige vlees in. En elke keer als je loopt, trap je erop, zelfs als je achteruit loopt. Vooral als je rent, als je heel erg hard wil wegrennen, voor alles en iedereen. Vooral, eigenlijk, voor hem.






maandag 20 februari 2012

Dit tekende ik.
Dromen. En ondertussen fietsen we wel hard, maar waarom? 
Waar denken we dan aan? Hoe gaat het op de zaak, en is dat wel belangrijk?

zondag 19 februari 2012


Je l'ai dessiné.
Il y a années qu'elle était danseuse. Ses jours étaient turbulent et intense, comme peinture à l'huile. Avec coups de pinceau passionnés, elle a peint la toile de sa vie. Elle utilisait rouge profond, bleu foncé, vert claire et jaune brillant.
Maintenant, quand elle voit l'image de jadis, elle ne voit pas la couleur. Tous semble gris, comme ses jours, comme ses cheveux. Comme la chaise vide dans le coin de sa chambre.

zondag 12 februari 2012


Dit tekende ik.
Tegenwoordig gaat heel veel over hem. Dat is gek, want hij is niet mooi. Hij kan niets spelen en luistert ook niets moois. Hij praat raar. En zijn haar zit vreemd. Zijn lip krult een beetje gek als hij praat, en zijn lichaam is een lichaampje. Als hij kijkt, kijkt hij grijnzend. Met blauwe ogen, die zijn dan heel groot. En wimpers, die wimpers zijn dan heel mooi. En als ik dan ergens sta, en ik denk dat ik dans, merk ik dat ik eigenlijk alleen naar hem kijk. En als hij iets zegt, dan staat hij dichtbij, en dan zou ik hem wel willen knuffelen. Eigenlijk zou ik hem een keer heel lang willen knuffelen. Dat vind ik een beetje raar.

zaterdag 11 februari 2012


Dit tekende ik.
Heel erg veel mensen, lampen en muziek. Hoewel ze houden van volkswagenbusjes en oude leren schoenen van moeders en vaders, is het toch een beetje decadent, want wanneer je goed oplet, voel je je kleding trillen.
Als hij iets zegt, moet hij eigenlijk met zijn lippen in haar oor. Dat is een beetje spannend. Praten gaat niet zo goed. Zo gaan heel veel dingen verloren.


ZE ZEGGEN ALLEMAAL

WAT?

"DOE HET DAN"

HUH?

"WATJE"

HMM?

"TIL JE ARM OP, LEG OP SCHOUDER"

WAT?

DAT ZEGGEN ZE

WAT?

NEE

HMM?

NEE, NEE NIETS

donderdag 9 februari 2012


Dit tekende ik.
Ik denk dat Athene zo is geboren, want ze kwam toch uit het hoofd van Zeus. Dan is ze alles wat Zeus éigenlijk is, maar wat hij nooit durfde te zeggen. Het is dus niet heel gek dat Athene de godin van de wijsheid is. Hoewel ik me soms afvraag of we beter af zijn, wanneer een stel wroetende vingers onze ogen aan de kant duwen.

Dit tekende ik.

Ik lig lucide 
Mijn lichaam lonkte lang
Maar nu lach ik stervend
Met handen, ben ik bang

woensdag 8 februari 2012

Bombay Bicycle Club - You Already Know


Dit luisterde ik.
Buiten is het wit en heel erg blauw. Gisteren strooide de hemel poedersuiker, en dan is zij dus een oliebol. Er zit ook poedersuiker op haar jas, en een klein beetje op het puntje van haar neus. 
Misschien gaat het ook wel weer over hun ingesneeuwde hoofden, en dat alles wazig en wittig is en dat de zon er niet bij kan om de suiker 's avonds rozig te kleuren. Maarja, weetje, misschien ook wel helemaal niet. En dat is dan ook oke.

Dit tekende ik.
Het gaat hier eigenlijk niet om de schaapjes, maar om haar. Zij zit in het hoge gras. De zon hangt laag en golft over de goudgele velden, en de grassprietjes kietelen tegen haar benen. 
Zuchtend staart ze naar de grazende beestjes. Ze telt er acht, maar de slaap blijft uit. Echt belangrijk is slaap toch niet, om te kunnen dromen, dat weet ze zelf heel goed.


donderdag 2 februari 2012



Dit tekende ik.
Nacht, heel erg donker, en ze kan hem eigenlijk niet goed zien. Stiekem lijkt hij niet meer, maar op iemand anders. Het is wel moeilijk om te bedenken of het puzzelstukje nu beter past, of juist minder. Maar zijn hand is op de hare, en haar ogen in de zijne. Hij weet het ook niet, hoewel ze zijn weeïge adem op haar wangen voelt, en ze eigenlijk zou willen proeven of die lippen nog steeds roze zijn in het donker.

Dit tekende ik.
Het wordt een lange reis, een lange reis. Het heeft hier flink gestormd vanacht, maar het klaart al op, je hoort de vogels weer, je ruikt de regen nog. 

De foto is van lang geleden, en als je ernaar kijkt, dan denk je aan lang geleden, en hoe het was, en vooral aan de mooie dingen. En stiekem ben je dan heel verdrietig, maar waarom weet je niet, want stiekem was je toen ook heel verdrietig. Soms zijn dingen heel moeilijk, vooral als de tijd eroverheen heeft geaaid, en je vergeet dat kleuren ook kunnen doen alsof.